'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
![]() 'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
Vraag: NEN 6702 vermeldt in bijlage B onder punt g op welke wijze sneeuwopeenhoping door opwaaien en afglijden in rekening moet worden gebracht bij twee aangrenzende bouwdelen met een verschillende hoogte. In de hieronder gegeven situatie geldt dan voor de vormfactor: Cw = ( Antwoord: Het onderdeel sneeuw in NEN 6702 is overgenomen uit Eurocode 1, dat weer is gebaseerd op ISO-norm 4355:1981. De achterliggende filosofie lijkt te zijn ingegeven door landen met zware sneeuwval (Duitsland, Frankrijk, Italië, Zwitserland). Deze regels zijn voor de Nederlandse situatie inderdaad nogal zwaar. De voorschriften over sneeuwbelastingen in NEN 6702 zijn echter wel wettelijk voorgeschreven. Met name voor gebouwen met een groot en hoog gedeelte èn een klein en laag gedeelte betekent dit dat er moet worden gerekend op een nogal forse sneeuw(opeenhopings)belasting. Deze situatie treedt bijvoorbeeld op bij een hal met een kantoortje of bij luifels. Overigens lijkt de maximale begrenzing van de sneeuwopeenhopingsfactor Cw ≤ 4,0 tamelijk arbitrair tot stand te zijn gekomen. Het achtergronddocument geeft zelfs voor landen als Italië en Frankrijk (waar de methode vandaan komt) factoren van 2,5 en 2,8. Deze waarden zijn in elk geval realistischer dan de in NEN 6702 gegeven waarde. Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 135 (april 1997). Relevante normen: Literatuur: |