Logo StaalSupport
Powered by Bouwen met Staal

'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal'

'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal'

 

Vraag en antwoord


Vraag:

Bij onderdelen van een staalconstructie die met een duplexsysteem zijn geconserveerd (verzinken + poedercoaten), vertoont het oppervlak putjes en oneffenheden, terwijl er is gestraald tot Sa 2,5. Hoe is dat mogelijk en is dat toegestaan? 


Antwoord:

De vraagsteller veronderstelt dat met het stralen tot Sa 2,5 er een egaal, glad oppervlak ontstaat. Dat is onjuist. Stralen tot Sa 2,5 betekent echter het bereiken van een voorgeschreven reinheid van het staaloppervlak. Volgens de Zweedse 'straalnorm' SIS 05 5900 is dat zolang stralen totdat men er zeker van is dat walshuid, roest en vreemde voorwerpen zo zorgvuldig zijn verwijderd dat resten hiervan slechts als lichte schaduwen, strepen of verkleuringen op het oppervlak zichtbaar zijn. Stralen heeft daarom primair als doel een goede hechting van de coating te waarborgen. Putjes en oneffenheden in het gewalste product zijn zonder uitzondering en in elke grootte of hoeveelheid toegestaan. Uiteraard is de gesteldheid van het oppervlak vóór het stralen van belang: een sterk aangetast en putvormig gecorrodeerd oppervlak geeft doorgaans een meer onregelmatig oppervlak na het stralen. Een glad en egaal oppervlak na het stralen is ook niet te garanderen door staal te bestellen met een gespecificeerde, maximale roestgraad (staalklasse). Deze werkwijze voorkomt slechts onregelmatigheden als gevolg van sterke putcorrosie.
NEN-EN 10163 geeft de eisen waaraan een oppervlak van onbehandeld, warmgewalst constructiestaal moet voldoen. In deze norm is vastgelegd welke onregelmatigheden van het oppervlak met het blote oog zijn toegestaan. Daarbij moet worden gedacht aan overwalsingen, walsindrukkingen, krassen, groeven en schubben. Tevens is vastgelegd hoe diep deze onregelmatigheden mogen zijn en in welk aantal ze mogen voorkomen. Ook regelt de norm hoeveel en tot welke diepte de niet-toegestane onregelmatigheden moeten worden uitgeslepen en/ of ingelast.
Beide genoemde normen stellen geen esthetische eisen aan het staaloppervlak. SIS 05 5900 legt eisen vast om een goede hechting te waarborgen, terwijl NEN-EN 10163 eisen stelt om de sterkte van een warmgewalst product niet in gevaar te brengen. Putjes en oneffenheden die in het oppervlak aanwezig zijn en die op basis van genoemde normen ook zijn toegestaan worden niet onzichtbaar gemaakt door het aanbrengen van een duplexsysteem. In het geval van een hoogglanslak worden de oneffenheden zelfs nog geaccentueerd. Wanneer er ná het (poeder)coaten een volkomen glad oppervlak is vereist, is (na het verzinken) een aparte tussenbehandeling nodig, bijvoorbeeld plamuren. Deze tussenbehandeling moet dan wel binnen het project worden begroot. 


Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 130 (juni 1996).


Relevante normen:
Literatuur:
Mede mogelijk gemaakt door:
  • Louis Braillelaan 80
  • 2719 EK Zoetermeer
  • Tel: +31(0)88 353 12 12